De meeste sprookjes komen van mondelinge tradities en herschreven door schrijvers zoals Hans Christian Andersen en de Brothers van Grimm.
De personages in sprookjes vertegenwoordigen vaak menselijke kwaliteiten of wezens die in het dagelijks leven bestaan.
Sommige sprookjes hebben dezelfde wortels, zoals Assepoester en Ye Xian uit China.
Vrouwelijke karakters in sprookjes worden vaak beschreven als zwakke figuren en hebben de hulp van mannen nodig, maar sommige verhalen zoals Rapunzel en Sneeuwwitje vertonen sterke en onafhankelijke vrouwen.
Little Red Riding Hood werd oorspronkelijk geschreven als een meer vreselijk en ongeschikt verhaal voor kinderen.
Pinocchio werd oorspronkelijk geschreven als een donkerder en meer gewelddadig verhaal, maar werd aangepast aan een geschikter verhaal voor kinderen.
Sommige sprookjes hebben verborgen morele betekenissen, zoals de schildpad en de haas die leert over hard werken en doorzettingsvermogen.
Jack en de Beanstalk zijn afkomstig van de oude Britse legende over mannen die rijkdom in een bonenboom vonden.
Het lelijke eendje leert over ware schoonheid en het belang van het accepteren van jezelf.
De drie kleine varkens laten zien hoe belangrijk hard werken en voorbereiding om zichzelf te beschermen tegen gevaar.