Filosofie komt uit het Grieks, namelijk filosofie, wat liefde of liefde voor wijsheid betekent.
Socrates, Plato en Aristoteles zijn drie belangrijke figuren in de geschiedenis van de oude Griekse filosofie.
Ethiek komt van het Griekse ethos, wat karakter of gewoonte betekent.
Normatieve ethiek is een soort ethiek dat de morele waarden bepaalt die door individuen of de samenleving moeten worden gehouden.
Beschrijvende ethiek is een soort ethiek dat illustreert hoe mensen daadwerkelijk in het dagelijks leven handelen.
Utilitarisme is een ethische theorie die ervan uitgaat dat zoveel mogelijk geluk of tevredenheid de belangrijkste doelstellingen van morele acties zijn.
Deontologie is een ethische theorie die van mening is dat morele acties moeten worden uitgevoerd op basis van bepaalde morele verplichtingen of morele regels die zijn vastgesteld.
Meta-ethisch is een filosofietak die de aard en basisprincipes van morele taal en morele concepten bestudeert.
Morele theologie is een filosofietak die de relatie tussen religie en moraliteit bestudeert.
Filosofie en ethiek kunnen ons helpen complexe morele problemen in het dagelijks leven te begrijpen en op te lossen.