Aanvankelijk wordt plastische chirurgie gebruikt om aangeboren defecten in het lichaam of letsel als gevolg van ongevallen te verbeteren.
Het woord plastic in plastische chirurgie komt van het Griekse plastic, wat betekent vormen.
Plastische chirurgie werd voor het eerst uitgevoerd in 800 voor Christus in het oude India, met als doel de defecte neus te verbeteren.
In het oude Griekenland werd plastische chirurgie uitgevoerd om wonden of defecten op het gezicht veroorzaakt door de strijd te repareren.
In de jaren zestig begon plastische chirurgie populair te zijn in Hollywood en werd een trend onder beroemdheden.
De meest voorkomende plastische chirurgie is borstchirurgie, gevolgd door nasale chirurgie en liposuctie.
In Aziatische landen, plastische chirurgie om de oogleden te vergroten en de vorm van de neus te veranderen om scherper te zijn.
Plastische chirurgie kan ook worden gebruikt om medische problemen op te lossen, zoals aangeboren afwijkingen en botaandoeningen.
Het risico op infectie en andere complicaties kan optreden na plastische chirurgie, vooral als ze worden gedaan door een niet -gerakte arts of in voorzieningen die niet voldoen aan de veiligheidsnormen.
Sommige mensen zijn geobsedeerd door plastische chirurgie en blijven herhaaldelijk dezelfde procedure uitvoeren, bekend als lichaamsdysmorfe stoornis.