Zoolologie is de studie van dieren, waaronder de oorsprong, structuur, gedrag en evolutie.
Zoolologen verschenen voor het eerst in het oude Griekenland, waar Aristoteles werd beschouwd als de vader van zoolologie.
In de middeleeuwen werd zoolologie onderdeel van de natuurwetenschap en werd hij Historia Animalium genoemd.
De Britse wetenschapper, Charles Darwin, ontwikkelde de evolutietheorie in de 19e eeuw, die het wereldbeeld van de oorsprong van soorten veranderde.
In de 20e eeuw ontwikkelde zoolologie zich snel met technologie zoals microscopen en DNA -technologie.
Zoolologen hebben verschillende diersoorten gevonden die als uitgestorven worden beschouwd, zoals Mamut en Dodo.
Zoolologie bestudeert ook diergedrag, zoals vogelmigratie en gedrag van dierenmaat.
De studie van dieren heeft veel voordelen opgeleverd voor mensen, zoals de ontdekking van drugs en de ontwikkeling van medische technologie.
Zoologische musea zoals het Natural History Museum in Londen en het Smithsonian Zoological Museum in Washington, DC, hebben een zeer grote verzameling dieren.
Momenteel blijft zoölogie zich ontwikkelen en spelen een belangrijke rol in ons begrip van de natuur en het milieu.