Vaccins werden voor het eerst ontdekt in de 18e eeuw door een arts genaamd Edward Jenner die een vaccin voor cowpox vond.
Vaccins werken door virussen of bacteriën te introduceren die zijn verzwakt of uitgeschakeld in het lichaam om het lichaam te helpen immuniteit voor ziekte te ontwikkelen.
Vaccinatie is een van de beste manieren om de verspreiding van infectieziekten zoals polio, mazelen en tetanus te voorkomen.
Vaccinatie kan helpen uitbraken van ziekten te voorkomen en personen te beschermen die kwetsbaar zijn voor ziekten, zoals kinderen en ouders.
Vaccinatie kan helpen de verspreiding van ziekten van dieren tot mensen te voorkomen, zoals vogelgriep en varkensgriep.
Vaccinatie heeft bijgedragen aan het verminderen van het sterftecijfer als gevolg van ziekte, zoals pokken en polio.
Vaccinatie kan helpen de verspreiding van bacteriële antibiotica te voorkomen door bacteriële infecties te voorkomen die met antibiotica kunnen worden behandeld.
Vaccinatie kan helpen bij het voorkomen van ernstige complicaties door ziekten, zoals longontsteking en oorinfecties.
Vaccinatie kan helpen bij het voorkomen van invaliditeit en schade veroorzaakt door ziekten, zoals blindheid en verlamming.
Vaccinatie is een van de beste manieren om de algehele volksgezondheid te beschermen door te helpen voorkomen dat de verspreiding van de ziekte van de ene persoon naar de andere is.