Vóór het verschijnen van moderne vuurwapens gebruikten oude Romeinse troepen hete ijzeren ballen of vuur om vijanden te gooien.
De eerste oorlogstactieken die in de geschiedenis zijn gedocumenteerd, zijn in de oorlog tussen Sumeria en Elam in ongeveer 2700 voor Christus.
Napoleon Bonaparte gebruikt veel nieuwe strategieën in oorlog, waaronder het gebruik van paarden om wapens en voedselingrediënten te vervoeren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben Japanse troepen honden getraind om vijanden te doden met hun tanden gemaakt van staal.
In de 16e eeuw stonden Zwitserse troepen bekend als de beste troepen vanwege hun expertise in het gebruik van speren en ploegen.
Oude Mongoolse troepen staan bekend om hun vermogen om te rijden en pijlen te gebruiken.
Tijdens de Koude Oorlog bouwden de Verenigde Staten en de Sovjet -Unie veel nucleaire bunkers om hun leiders te beschermen.
In de 18e eeuw gebruikten Franse troepen ballonnen om hun vijanden te bespioneren tijdens de strijd.
Tijdens de oorlog in Vietnam gebruikten Amerikaanse troepen chemische wapens zoals napalm- en oranje agenten om het bos te vernietigen en vijanden te dwingen om uit hun verstopping te komen.
Oude Romeinse troepen is ook bekend dat ze paarden gebruiken als wapens in de strijd, door messen aan hun voeten te bevestigen en ze aan de vijand te leiden.