Westerse filosofie werd voor het eerst geïntroduceerd in Indonesië tijdens de Nederlandse koloniale periode.
Beroemde westerse filosofische figuren zoals Plato, Aristoteles en Descartes werden bestudeerd aan universiteiten in Indonesië.
Westerse filosofie wordt op grote schaal bestudeerd in Indonesië omdat het als een belangrijke wetenschap wordt beschouwd om de moderne wereld te begrijpen.
Sommige westerse filosofische figuren die in Indonesië als belangrijk worden beschouwd, zijn onder meer Immanuel Kant, Friedrich Nietzsche en Jean-Paul Sartre.
De westerse filosofie in Indonesië wordt ook beïnvloed door de oosterse filosofie zoals het taoïsme, het confucianisme en het boeddhisme.
In de jaren 1950 ondervond de westerse filosofie in Indonesië een snelle ontwikkeling met de opkomst van verschillende figuren zoals Mohammad Natsir, Harun Nasution en Ali Syariati.
Sommige thema's die vaak worden besproken in de westerse filosofie in Indonesië, zijn ethiek, epistemologie, logica en metafysica.
De westerse filosofie in Indonesië wordt ook op grote schaal bestudeerd door sociale en politieke activisten, omdat het als belangrijk wordt beschouwd om de kwesties in de samenleving te begrijpen.
Sommige universiteiten in Indonesië hebben een major in filosofie die specifiek de westerse filosofie bestuderen.
In 2016 organiseerde Indonesië het Wereldfilosofische congres dat werd bijgewoond door duizenden filosofen van over de hele wereld.