DNA werd voor het eerst ontdekt door een Zwitserse wetenschapper genaamd Friedrich Miecher in 1868.
DNA werd oorspronkelijk nucleïne genoemd en wordt beschouwd als een stof die geen belangrijke rol in het lichaam heeft.
De ontdekking van DNA -structuur werd uitgevoerd door James Watson en Francis Crick in 1953.
Watson en Crick gebruiken gegevens van eerder onderzoek uitgevoerd door Rosalind Franklin en Maurice Wilkins.
De DNA -structuur bestaat uit twee strengen die door een basispaar zijn gebonden.
De basen in DNA bestaan uit adenine, thymine, guanine en cytosine.
Genen maken deel uit van DNA die genetische informatie bevatten die nodig is om de functie en kenmerken van organismen te regelen.
DNA kan van ouder tot kind worden geërfd door het reproductieve proces.
Veranderingen in DNA kunnen genetische mutaties veroorzaken die de functie van het organisme kunnen beïnvloeden.
De ontdekking van DNA heeft de weg geopend voor de ontdekking en ontwikkeling van genetische technologie -technologie die kan worden gebruikt om verschillende ziekten te behandelen.