Filmtheorie ontstond voor het eerst in Indonesië in de jaren 1950 toen de film populair werd onder de mensen.
Filmtheorie in Indonesië ontwikkelde zich snel in de jaren tachtig toen veel universiteiten filmstudieprogramma's openden.
Een van de grote figuren in de theorie van de Indonesische film is Arifin C. Noer, bekend als regisseur en filmcriticus.
De Indonesische filmtheorie richt zich vaak op sociale en politieke aspecten in film.
Het concept van smaak of gevoel wordt vaak als belangrijk beschouwd in de Indonesische filmtheorie en wordt vaak gebruikt om de ervaring van het publiek te beschrijven.
De Indonesische filmtheorie houdt vaak rekening met de context van cultuur en geschiedenis bij de interpretatie van een film.
Het concept van postkolonialisme wordt vaak gebruikt in de Indonesische filmtheorie om de relatie tussen Indonesië en de koloniale landen te beschrijven.
De Indonesische filmtheorie benadrukt vaak de rol van vrouwen in film, zowel als de hoofdpersoon als als scenario en scenarioschrijver.
Het concept van lokale wijsheid wordt vaak gebruikt in de Indonesische filmtheorie om het unieke karakter van de Indonesische cultuur in de interpretatie van een film te beschrijven.
Sommige Indonesische filmtheorieën zijn meer gericht op de technische aspecten van film, zoals cinematografie en geluidsontwerp, in plaats van op verhalende of sociale aspecten.